Juryrapport Bredenhofprijs 2019-2020

[DOWNLOAD in PDF]

Op basis van de doelstellingen van de stichting heeft de jury een eenvoudige selectieprocedure ontworpen. Uit een overzicht van in de afgelopen twee jaar verschenen titels (boeken en tijdschriftartikelen) selecteert elk jurylid tien kansrijke titels. De vijf titels met de meeste stemmen vormen samen de shortlist. De vijf titels worden aan de vijf juryleden toegewezen, die elk de hun toegewezen titel beoordelen op de volgende aspecten:

  • de mate waarin de belangstelling voor de Zaanse geschiedenis wordt gestimuleerd;
  • de mate waarin een breed publiek wordt aangesproken (leesbaarheid, vormgeving);
  • inhoudelijke kwaliteit en argumentatiekracht;
  • originaliteit.
    Elk jurylid legt zijn beoordeling vast in een verslag, dat door een tweede jurylid meegelezen wordt. Uiteraard leest elk jurylid alle vijf de titels. Tot slot wijst de jury een winnaar aan.
    De shortlist 2019 – 2020
    Het Gemeentearchief van Zaanstad stelde een lijst op van alle publicaties over de geschiedenis van de Zaanstreek die in deze periode verschenen zijn. De jury had de keuze uit in totaal 62 boeken en tijdschriftartikelen. Hieruit koos zij de volgende vijf titels voor de shortlist.
  1. Marjan van den Berg (red.), Speuren in het veen. Zestig jaar archeologie in de Zaanstreek, Waterland en omstreken.
  2. Jeanne Douwes en Arno Bruitsman, Zilveren meesterwerken uit de Zaanstreek.
  3. Jur Kingma, Vernuftelingen en kooplieden in een bijzonder landschap. 450 jaar Zaanse industrie.
  4. Pim Ligtvoet en Willemien Schenkeveld, De Zaanse Spanjestrijders.
  5. Jan van der Male, 150 jaar railvervoer in de Zaanstreek. Een historisch overzicht van spoorweggeschiedenis in de periode 1869-2019.

Waardering van de vijf titels

De shortlist, maar ook de longlist, laten zien dat de Zaanse geschiedschrijving zeer divers is en een breed scala aan onderwerpen omvat. De jury heeft de beoordelingen van de vijf boeken besproken en dat leidde tot de volgende waardering.



Marjan van den Berg (red.), Speuren in het veen. Zestig jaar archeologie in de Zaanstreek, Waterland en omstreken.

Dit boek behandelt de geschiedenis van de Zaanstreek, Waterland en omstreken aan de hand van archeologische vondsten. Het boek maakt je enthousiast over geschiedenis en archeologie in het algemeen en die van de Zaanstreek in het bijzonder. Het beperkt zich weliswaar niet tot de Zaanstreek maar de Zaanstreek komt voldoende aan bod.
Aan het boek werkten 15 verschillende auteurs mee, maar dankzij de redactie heeft het boek een gelijkmatige tone of voice. Het is laagdrempelig en aantrekkelijk geschreven. Titels van hoofstukken zoals: ‘De speld die alles op z’n kop zette’ of ‘Pioniers met connectie’ maken nieuwsgierig. De toon is luchtig maar de inhoud is zeker niet oppervlakkig.
De opbouw is helder. Ieder tijdvak heeft een uitgebreide inleiding en aan elke archeologische vondst heeft een van de vijftien auteurs een hoofdstuk gewijd. Naast de specifieke kennis die je over iedere vondst opdoet, word je als lezer in grote stappen mee genomen door de geschiedenis van de streek.
Het boek zit vol met extra contextinformatie over objecten, reconstructies, schilderijen, foto’s van het landschap, bepaalde vegetatie, landkaarten, foto’s van opgravingen etc. Dit in combinatie met de heldere manier van schrijven, maakt dat je je als lezer echt een beeld kunt vormen van hoe het was om in de streek te wonen, werken en overleven. Beschrijvingen zoals ’In de strenge winter bevroor zelfs de inkt van de monniken’ spreken tot de verbeelding.
Het boek is heel geschikt voor mensen die nieuwsgierig zijn naar de streek maar niet heel veel weten van geschiedenis en de streek, voor nieuwkomers die zich snel een beeld willen vormen van de streek of bijvoorbeeld voor Zaanse docenten en leerlingen van het voortgezet onderwijs (omgevingseducatie). Voor mensen die al kennis hebben van het onderwerp, is het minder interessant, omdat de meeste bijdragen al eerder zijn verschenen.

Het boek is tot stand gekomen in samenwerking met de AWN afdeling Zaanstreek-Waterland ter ere van haar 60-jarig bestaan. Het is daarmee ook een lofzang op de kracht van samenwerking tussen amateurs en professionals. Wie de foto’s van archeologen bij opgravingen ziet, krijgt spontaan zin om mee te helpen speuren in het veen.



Jeanne Douwes en Arno Bruitsman, Zilveren meesterwerken uit de Zaanstreek.

Het boek behandelt de geschiedenis van de joodse familie van zilversmeden Vet en hun invloedrijke familiebedrijf in Zaandam. Het bestaat uit twee delen. Het eerste en grootste deel vertelt de geschiedenis van het bedrijf. De rode draad vormen 21 zilveren modellen – de ‘meesterwerken’ uit de titel – van bekende bouwwerken, gemaakt in de periode 1902 – 1940. Daarop volgt een historische biografie van de familie Vet van 1650 tot 1943. De familie en het bedrijf komen tragisch aan hun einde tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De keuze om de geschiedenis van het bedrijf te vertellen aan de hand van de 21 meesterwerken is leuk en origineel. De zilveren modellen zijn veelal markante bouwwerken uit met name de Zaanstreek – van Bullekerk en Tsaar Peterhuisje tot aan de gashouder aan de Zaan en zelfs een voetbaldoel. Dit biedt de auteurs de ruimte de geschiedenis van het bedrijf te plaatsen in de bredere context van de (Zaanse) geschiedenis.
De auteurs hebben een indrukwekkende hoeveelheid onderzoek verricht. Ondanks dat het archief van de firma Vet verloren is gegaan hebben ze veel van de geschiedenis van het bedrijf en de familie boven water gehaald. Van de 21 zilveren meesterwerken hebben ze er zeventien weten terug te vinden en in foto’s gedocumenteerd. De andere reconstrueren ze op basis van beschrijvingen. De auteurs hebben daarbij alles wat ze aan gegevens konden vinden in het boek opgenomen. De hoofdstukken zijn rijk geïllustreerd met krantenartikelen en citaten uit eigentijdse bronnen.
Het boek zal in eerste instantie een publiek aanspreken dat geïnteresseerd is in de lokale geschiedenis van de joodse bevolking en in zilversmeedkunst. Het is rijk geïllustreerd met veel aandacht voor de details en de kwaliteit van de meesterwerken en is een uitstekend naslagwerk geworden over het oeuvre van de familie Vet. Het specialistische en uitputtende karakter maakt het tegelijk misschien wat minder aantrekkelijk voor een breed publiek.
Het boek brengt met de firma Vet en de Zaanse zilverindustrie een boeiend en minder bekend aspect van de Zaanse geschiedenis voor het voetlicht. Het maakt niet alleen nieuwsgierig naar het lot van de vier (nog) niet teruggevonden meesterwerken, maar ook naar het leven van deze joodse familie in de Zaanse samenleving.


Jur Kingma, Vernuftelingen en kooplieden in een bijzonder landschap. 450 jaar Zaanse industrie.

Het boek behandelt het ontstaan en de ontwikkeling van de Zaanse Industrie. De laatste zin van de inleiding bevat de belofte van de auteur: “De Zaanse industriële ontwikkeling in 4,5 eeuw en de manier waarop zij zich telkens weer wist aan te passen.” Je zou het daarmee ook een geschiedenis van de innovatiekracht van de Zaanse nijverheid en industrie kunnen noemen. De auteur is er absoluut in geslaagd om zijn belofte waar te maken en een overtuigende verklaring te geven waarom die industrie juist hier voet aan de grond kreeg en hoe zij door de tijd heen haar plek heeft weten te behouden. Het boek is chronologisch opgebouwd. De auteur onderscheidt daarbij drie tijdperken. In het eerste deel laat hij zien hoe de verschillende bedrijfstakken in de periode 1500-1800 tot ontwikkeling kwamen. In het tweede deel behandelt hij de invloed van de industriële revolutie en het ontstaan van nieuwe netwerken. In het derde deel gaat hij in op de ontwikkelingen van de 20e eeuw en het opgaan van de Zaanse fabrieken en bedrijven in multinationals. Er is niet alleen aandacht voor de technologische ontwikkelingen, maar ook voor de Zaanse netwerken van ondernemers die elkaar vooruithielpen. Duidelijk wordt hoe het uit de visserij en handelsvaart afkomstige systeem van de partenrederij een cruciale rol heeft gespeeld in de financiering van de Zaanse ondernemingen. De auteur heeft duidelijk de kans aangegrepen om zijn zeer uitgebreide kennis over het onderwerp samen te brengen.
Wat de lezer misschien nog mist, is de aanwezigheid van een aantal kaarten van de Zaanstreek door de tijd heen. De geografie speelt een belangrijke rol in het betoog. Niet alleen in de inleiding, waar de auteur ons meeneemt op een denkbeeldige vaartocht, maar verderop in het boek, als het gaat om de rol van de veranderingen in de infrastructuur. Dan helpen een paar kaartjes om het betoog beter te kunnen volgen. Het onderwerp zal zeker een breed publiek aanspreken. Het boek leent zich uitstekend voor bladeren en het lezen van kleine stukjes. De auteur gebruikt veel anekdotisch bewijs, wat de leesbaarheid enorm ten goede komt. Alleen al de bijschriften bij de illustraties zijn soms kleine geschiedenissen op zichzelf. Het boek is bovendien aantrekkelijk vormgegeven en voorzien van prachtig fotomateriaal en de hoofdstukken worden gescheiden door een reeks foto’s van de moderne Zaanse industrie.


Pim Ligtvoet en Willemien Schenkeveld, De Zaanse Spanjestrijders

Dit boek gaat over een heel specifiek aspect van de Zaanse geschiedenis, namelijk de mate waarin Zaankanters zich iets gelegen lieten liggen aan een gebeurtenis die in de Europese geschiedenis van grote betekenis was (en nog steeds is), nl. de Spaanse burgeroorlog (1936-1939). Het kent een heldere structuur en is goed opgebouwd. Als je het uit hebt weet je (weer) waar de Spaanse burgeroorlog over ging, hoe de Internationale Brigades die tegen Franco meevochten waren georganiseerd en waarom vrijwilligers uit heel Europa naar Spanje trokken om mee te vechten tegen het fascisme. Wat het boek van belang voor de Zaanse geschiedschrijving maakt, is dat je een goed beeld krijgt van wie de Zaanse brigadisten waren en in welke context (de gevolgen van de economische crisis in de Zaanstreek en het politiek activisme in die periode) zij tot hun beslissing kwamen. Hun levensbeschrijvingen vormen de hoofdmoot.
Het is knap hoe de schrijvers uit het archiefmateriaal en de persberichten die zij hebben opgedoken (op zich een prestatie, zie de verantwoording daarvan achterin) erin geslaagd zijn levendige portretten te maken van deze mensen, en levendige schetsen in woord en beeld van wat zij hebben meegemaakt. Wat het zo interessant maakt, is dat hun belevenissen steeds beschreven worden vanuit hun Zaanse achtergrond, waardoor je kennis maakt met een nauwelijks of niet beschreven deel van de ‘linkse’ Zaanse geschiedenis. Geschiedenis gaat uiteindelijk altijd over mensen, in dit geval Zaanse mensen. En deze persoonlijke geschiedenissen zijn op inlevende wijze beschreven, waardoor je als lezer gaat meevoelen met de levens van deze strijders, die in wezen gewone mensen in bijzondere omstandigheden waren.
Bij het woord Spanjestrijders zal niet bij iedereen meteen een lampje gaan branden. Maar als men dan toch, wellicht aangetrokken door de voorplaat van het boek, dat rijtje stoere mannen, of de namen van de auteurs, de een met zijn sporen als (kerkelijk) sociaal werker in de Zaanstreek die iets oudere lezers zich wellicht nog herinneren, de ander een bekende Zaanse journaliste, het boek oppakt en de tekst op de achterkant leest, dan zou het zomaar kunnen dat de belangstelling is gewekt en men echt gaat lezen. En als je begint, dan wil je verder, het leest, beetje plat gezegd, vlot weg en de vele illustraties dragen bij aan de verhalen.


Jan van der Male, 150 jaar railvervoer in de Zaanstreek. Een historisch overzicht van spoorweggeschiedenis in de periode 1869-2019.

De auteur geeft een historisch overzicht van de spoorweggeschiedenis in de periode 1869 – 2019 in de Zaanstreek. Hij legt de nadruk op een chronologische beschrijving van de planvorming en het aanleggen van spoorlijnen en stations. Aan de hand van kaarten en foto’s neemt de schrijver je mee in de ontwikkeling van de spoorlijnen door de streek. Aan de orde komen onder andere de aanleg van de spoorlijn naar Alkmaar en het doortrekken van die spoorlijn over het Noordzeekanaal naar Amsterdam, de aanleg van de spoorlijn naar Hoorn en Enkhuizen en uiteraard de bouw van de Hemspoortunnel. Interessant is dat hij ook aandacht heeft voor het gebruik van smalspoor bij een aantal Zaanse bedrijven. Het boek met vele foto’s nodigt zeker uit om te lezen. Iedereen heeft herinneringen aan treinreizen en daarmee kan het rekenen op brede belangstelling buiten de harde kern van spoorwegliefhebbers. De auteur gaat uitvoerig in op alle gerealiseerde en niet gerealiseerde plannen en verklaart waarom bepaalde ontwikkelingen niet of wel doorgingen. Daarmee geeft hij een goed beeld van hoe het spoor zich ontwikkelde en welke factoren daarin bepalend waren.

Het boek beperkt zich tot de infrastructurele kant van het railvervoer. De spoorlijnen en stations komen voldoende aan bod en de beschrijving van de spoorlijnen en hun ontwikkeling neemt je mee in de geschiedenis van het treinvervoer in de Zaanstreek. Maar het maakt wel nieuwsgierig naar de logistieke kant en de dagelijkse praktijk. Je zou willen weten hoe het er op de stations aan toeging, hoeveel mensen er werkten en wat hun functies waren. Het boek mist wat van de levendigheid die je krijgt als je oud-medewerkers aan het woord laat. Dat neemt niet weg dat het een helder overzicht is geworden van de Zaanse spoorweggeschiedenis. Daarmee is het een mooi boek voor iedereen die belangstelling heeft voor dit onderwerp.


De Winnaar

Zoals eerder gezegd, de Zaanse geschiedschrijving omvat een breed scala aan onderwerpen en dat maakt een onderlinge vergelijking niet eenvoudig. Naast twee zeer breed opgezette standaardwerken over archeologie en industrialisatie, staan drie detailstudies over infrastructuur, kunstnijverheid en sociale geschiedenis. Elk werk op zich levert een waardevolle bijdrage aan de Zaanse geschiedschrijving. Dat maakte het aanwijzen van een winnaar er niet eenvoudiger op.
De jury heeft ze langs de eerder beschreven meetlat gelegd. Het ging om vier criteria, nl.

  • de mate waarin de belangstelling voor de Zaanse geschiedenis wordt gestimuleerd;
  • de mate waarin een breed publiek wordt aangesproken (leesbaarheid, vormgeving);
  • inhoudelijke kwaliteit en argumentatiekracht;
  • originaliteit.

Daarbij heeft ze de nadruk gelegd op het eerste en laatste criterium, waarbij het stimuleren van belangstelling voor de Zaanse geschiedenis en originaliteit van de onderwerpskeuze het zwaarste gewogen hebben.
Daarbij kwam de jury unaniem tot de slotsom dat Pim Ligtvoet en Willemien Schenkeveld met De Zaanse Spanjestrijders de eerste winnaars van de Bredenhofprijs zijn.
De kracht van het boek is allereerst dat de persoonlijke verhalen van de Spanjestrijders, die de kern van het boek vormen, zo aangrijpend zijn en je lang bij blijven. De sociale, economische en politieke omstandigheden in de Zaanstreek komen op indringende wijze tot leven aan de hand van deze korte biografieën van hele gewone Zaanse arbeiders. Het zijn geschiedenissen die raken, niet alleen vanwege de soms dramatische afloop, maar eerst en vooral omdat de auteurs erin geslaagd zijn om deze mensen tot leven te brengen. Daarmee komen hun levens verrassend dichtbij en je gaat begrijpen hoe zij tot het besluit kwamen zich aan te sluiten bij de Internationale Brigades.
De jury is daarom van mening dat dit boek het meest de belangstelling voor de Zaanse geschiedenis stimuleert.

Het boek onderscheidt zich ook doordat het een tot nu toe vrij onbekend onderdeel van de Zaanse sociale geschiedenis belicht aan de hand van de persoonlijke geschiedenissen van ‘gewone’ mensen uit de arbeidersklasse. Er is al veel onderzoek gedaan naar de sociaal-economische geschiedenis van de Zaanstreek, maar de Zaanse deelname aan de internationale brigades in Spaanse burgeroorlog is een nog onontgonnen terrein.
De inhoudelijke kwaliteit en argumentatiekracht zijn zonder meer sterk en overtuigend. Beide auteurs zijn vaardige en geoefende schrijvers, wat zich heeft vertaald in een zeer leesbaar boek.
Tot slot is de jury van mening dat dit boek bij uitstek geschikt is voor een breed publiek, niet alleen vanwege het taalgebruik en de opbouw, maar ook omdat de verhalen zo sterk tot de verbeelding spreken.
Namens de jury
Frans Hoving
juryvoorzitter